top of page

Wat ik wilde dat ik wist voordat ik kanker op een natuurlijke manier probeerde te genezen.

1 op de 2 vrouwen zal in haar leven worden gediagnosticeerd met kanker. Statistisch gezien betekent dit dat jij of je beste vriend(in) deze ziekte zal meemaken. Toch wordt ons weinig verteld over wat deze ziekte inhoudt en wat de belasting hiervan op jou en je omgeving is.


Ook wordt er bijna geen aandacht besteed aan de invloed die dit heeft op rest van je leven, want ik kan je uit ervaring vertellen dat #lifeaftercancer zeker net zo moeilijk voor mij was als de tijd dat er een tumor in mijn borst zat.

Ik begrijp dat elke reis anders is en dat elke ziel uitdagingen anders aangaat, daarom kan en zal ik alleen voor mezelf spreken, dit verhaal bevat mijn reis, twijfels en overwinningen, niet die van een ander.


Ik herinner me het moment en de dag van mijn diagnose alsof het gisteren was, het is alsof deze datum mijn tijdlijn in twee helften splitst: "vóór en nadat ik kanker kreeg". Het was verbijsterend om te zien hoe alle dromen die ik eerder had er ineens niet meer toe deden, hoe ik me niet bekommerde om mijn carrière, sociale gebeurtenissen, uiterlijk, universitaire diploma's, geld, status en al die andere oppervlakkige aspecten waaraan ik een tijd lang mijn identiteit heb gehecht. Dit brengt me gelijk bij het eerste dat ik graag van te voren zou hebben geweten.

1. Maak van de ziekte niet je identiteit

Op het moment van de diagnose voelde ik me opgelucht dat ik eindelijk wist wat er aan de hand was, ik was blij een verklaring te hebben voor mijn pijn. Vooral de eerste tijd na mijn diagnose merkte ik dat er in mijn gedachten enkel en alleen plaats was voor de ziekte en de genezing hiervan.

Mijn hele leven borrelden mijn gedachten over van dromen, plannen en doelen en het viel mij op dat mijn omgeving er met volledige zekerheid vanuit ging dat ik deze nog steeds waar zou maken. Dit terwijl ik merkte dat er in mijn hoofd veel gedachten naar de ziekte gingen, vooral omdat ik zoveel fysiek pijn en beperkingen ervoer en mijn dagelijksleven totaal was veranderd.

Niet lang voor mijn diagnose was ik begonnen met het lezen van zelf hulp boeken en de zin “je bent wat je denkt” spookte daarom steeds vaker door mijn gedachten.

Ik voelde me ziek, mijn artsen noemden me ziek, mijn test uitslagen vertelde me dat ik ziek was, én toch zou ik een manier vinden om niet te denken dat ik ziek was. Ik was namelijk vast besloten om van ziekzijn niet mijn identiteit te maken.


Het beste alternatief dat ik kon vinden, was dat ik aan het genezen was. In plaats van dat ik tegen mezelf zei “ vandaag lukt het echt niet om op te ruimen, want ik ben te ziek.” Zei ik “ ik hoef vandaag niks anders te doen dan rusten, want ik genees.”


Dit was compleet nieuw voor me, vóór de diagnose zou ik me net hebben geïdentificeerd met de toestand waarin ik me bevond, als ik me gelukkig voelde, zou ik mezelf identificeren als een gelukkig persoon. Als ik erg actief was, zou ik me identificeren als productief, enz. Dit was de eerste, maar zeker niet de laatste keer dat ik ervoor koos me te identificeren met het proces in plaats van de toestand van één enkel moment.

Hoewel dit nieuw was, kreeg ik het redelijk snel onder de knie. De volgende les daarentegen kostte me veel meer moeite om volledig te belichamen.

2. Weet dat je tijd waard bent


De berichten over geestelijke gezondheid op sociale media staan ​​vaak vol met de beroemde "vraag om hulp"-regel, maar soms is dit gewoon niet genoeg.

Tijdens mijn persoonlijke reis koste me het veel moeite om om hulp te vragen, en toen ik dit uiteindelijk deed, konden de mensen om mij heen simpel weg geen tijd vrijmaken in hun drukke schema’s.


Omdat ik ook geen conventionele behandeling onderging, betekende dit dat ik altijd alleen was. Ik was niet alleen alleen, ik voelde me ook eenzaam. Omdat mensen die het dichtst bij me staan, geen tijd hadden om met me door te brengen, nam ik aan dat alle anderen er hetzelfde over dachten. Achteraf gezien weet ik dat ik vrienden had die me zouden hebben bijgestaan als ik hen om hulp zou hebben gevraagd, maar ik heb dit simpel weg nooit gedrukt nog gedaan.


Diep van binnen voelde ik het gebrek aan hulp als mijn eigen schuld. Ik snapte wel dat niemand zin had om naast mij op bed te zitten, de vloer te vegen of boodschappen te doen. Ik snapte wel dat niemand wilde helpen als ik zelf ook niets voor hen kon doen. Ik schaamde me ontzettend voor mijn situatie en voelde me onwaardig omdat ik niets bijdroeg aan de maatschappij.

Vooral in het begin had ik sterk in mijn hoofd dat ik moest genezen zodat ik weer productief kon zijn, ik geloofde dat ik weer hulp kon vragen als ik met beide benen in de maatschappij zou staan. Ook durfde ik niemand om hulp te vragen omdat ik niet zeker wist of hun hulp nut zou hebben. Ik wilde nergens om vragen zolang ik niet zeker wist dat hun input op een bepaalde manier uit zou betalen. Ik wist niet hoe lang het process zou zijn, hoeveel hulp ik nodig zou hebben, hoevaak zij eenzijdige acties moesten verrichten voordat ik weer iets terug zou kunnen doen. Op dit moment weet ik dat ik deze overtuigingen en trauma's moest helen voordat deze reis kon worden voltooid. Dit brengt mij bij de derde les.


3. Vertrouw op het proces

Mijn ziekte dagen waren niet zo spanned, zoals je weet. Ik voelde me ontzettend eenzaam en vond alles vooral zwaar k*t. Hoewel ik wel vertrouwen had in het process en wist wat ik moest doen en denken, nam dit niet weg dat ik er een groot deel van de tijd ook helemaal doorheen zat.

Zo had ik in het begin bedacht dat ik maar snel moest genezen zodat ik weer met de maatschappij mee kon doen. In deze tijd negeerde ik de uitdagingen die zich aandienden en zocht ik naar een 3-stappenplan om weer terug te keren naar mijn oude leven.

Toen ik begon in te zien dat dit mij alleen maar slechter liet voelen, besloot ik het op te geven en al deze overtuigingen volledig te laten varen. Ik accepteerde dat dit zo lang ging duren als nodig was, dat het allemaal geen haast had en dat ik zo lang in bed mocht liggen als mijn lichaam nodig had om te helen.


Ik besefte mij ook dat dit gevoel van haast ook kwam doordat ik mijn lichaam en het process niet vertrouwde, ik wilde niet alleen snel beter worden om weer met de wereld mee te kunnen doen, ik wilde ook snel beter worden zodat ik zeker wist dat ik beter zou worden. Ik kan me voorstellen dat dit vaag klinkt, maar ik twijfelde in het begin aan de effectiviteit van mijn methode en wilde daarom snel resultaat zien zodat ik zeker wist dat het werkte. Gelukkig kon ik dit alles uiteindelijk loslaten en volledig vertrouwen op mijn lichaam.


4. Leven na kanker is een ding


Na mijn genezing wist ik dat ik veranderd was, maar ik wist nog niet zo goed hoe diep deze transformatie echt was geweest. Ik voelde dat ik niet in staat was om terug te keren naar mijn oude leventje met mijn oude routines en oude gedachtengangen, toch probeerde ik dit wél. Ik probeerde zingeving te vinden in mijn oude doelen en plezier te halen uit dezelfde activiteiten. Ik snapte niet waarom mijn omgeving gewoon door kon gaan alsof er niets was gebeurd en mij dat niet lukte. Ik snapte niet waarom ik mijn vrienden niet meer begreep en zij mij op hun beurt ook niet snapte.


Ik wist dat ik anders was. Ik wist dat ik iets onmogelijks probeerde te doen: mezelf terug proppen in een vorm waar ik net uit was gebarsten. Ik voelde wel dat ik niet terug kon, maar zag de weg vooruit ook nog niet...


Ik wilde eigenlijk helemaal niet anders zijn, ik wilde de kanker uit mijn leven bannen zodat ik weer gewoon normaal kon zijn en kon doen wat iedereen deed. Deze periode van onzekerheid duurde zeker 2 jaar, 1 jaar waarin ik tegen niemand durfde te zeggen dat ik ziek was geweest en 1 jaar waarin ik het voorzichtig kon fluisteren maar mijn verhaal nog niet belichaamden. In mijn herinnering kenmerkt deze 2 jaar zich door een constante innerlijke tweestrijd. Een strijd tussen de stem van mijn omgeving en die van mijzelf, een strijd tussen angst voor - en vertrouwen op wat de toekomst zou brengen.


Daarnaast had mijn lichaam een zware klap gehad en was ik nog steeds bezig met het helen van trauma’s en andere fysieke klachten waardoor het onmogelijk was om te werken en trainen “als vroeger”, terwijl dit door mijn omgeving wél van mij werd verwacht. Ik weet niet precies waar alles is omgeslagen, misschien is alles wel heel geleidelijk gegaan. Wel herinner ik me de tijd dat ik niet meer kon vechten, niet meer kon doen alsof. Ik was zo uitgeput dat ik geen energie meer had om iemand te zijn wie ik niet was (en alle verantwoordelijkheden te dragen die daarbij hoorden).


Vanaf dat moment is alles snel gegaan, ik deed alleen nog waarvan ik wist dat het goed voelde en sprak alleen nog mensen die mij begrepen. Ik ging met sprongen vooruit en mijn leven begon zich heel organisch vorm te geven, eindelijk had ik mezelf weer “op de rit”, de goede deze keer.


Zelfs vandaag de dag weet ik nog steeds niet wat de juiste manier is om aan het leven na kanker invulling te geven en waarschijnlijk zal ik dat ook nooit weten. Ook houdt het leven na kanker natuurlijk nooit echt op, toch voelt dat wel zo. Op dit moment speelt de ziekte zo’n kleine rol in mijn verhaal dat mijn dagen steeds minder voelen als leven na kanker en steeds meer als "gewoon leven”.

Ik heb nu een huisje, een hond en een bedrijf. Ik spreek mijn vrienden en familie over dagelijkse onderwerpen en heb hele “gewone" routines. Toch zal ik de lessen altijd met mij mee dragen en daar ben ik eeuwig dankbaar voor.




bottom of page